KOEDIJK - Meters frisgroen gras in een fijn en rustig gebied: Natuurbegraafplaats Geestmerloo is voor schapen een ideale leefomgeving. Sinds begin mei hebben 25 Schoonebeker heideschapen hier een nieuw thuis gevonden. Hun wol is bestemd voor in rouwdoeken. “Dit past prachtig bij onze visie op duurzaamheid en hoe wij willen zorgen voor deze jonge natuur”, aldus locatiemanager Jacco de Kroon van Geestmerloo.

Cradle to cradle

De winst op het gebied van duurzaamheid begint al bij het grazen: daar waar de schapen staan, hoeft geen maaimachine te komen. Pure brandstof winst, dus goed voor de omgeving. Verder leveren de schapen mest en wol. Mest voor de grond en de wol gaat rechtstreeks naar een spinster José Glas, die er vilten rouwdoeken van maakt. Een fijne, zachte omhulling om een dierbare in te begraven. “En zo is de cirkel weer rond”, aldus Jacco de Kroon, “De schapen leveren hun eigen grondstof. Je zou kunnen spreken van cradle to cradle.”

Sierlijke schapen
De schapen zijn te vinden aan de zuidkant van Natuurbegraafplaats Geestmerloo. Natuurbeheerder Menno geeft de dames iedere twee weken een nieuwe plek om te grazen. Hierbij wordt hij ondersteunt door schapenhouder Nick Waning en schaapherder in opleiding Cindy Strik.

De Schoonebeker heideschapen vormen een sierlijk ras met mooie kleurschakeringen. Ze komen uit Drenthe en zijn relatief groot. Een leuk weetje voor mensen die regelmatig een wandeling maken: de schapen herkennen na een tijdje gezichten.

Er is veel meer interessants te vermelden over onze schapen. Lees hier verder.

Rustplek voor altijd

Natuurbegraafplaats Geestmerloo beslaat twee eilanden, een oever gedeelte en een heuvelgebied. Mensen kunnen hier midden in de natuur een rustplek voor altijd kiezen. Voor henzelf of een dierbare. Uitgangspunt van natuurbegraven is dat het graf helemaal wordt opgenomen in de natuur. Er is geen grafsteen en er worden natuurlijke materialen gebruikt, zoals een kist van onbehandeld populierenhout of een rouwdoek van katoen of wol. “Hoe mooi is dat als dat een doek is met wol van eigen grond?”, besluit Jacco de Kroon.